Hette mocht niet bestaan

Eerherstel voor doodgemartelde kleuter

Gepubliceerd in de Barneveldse krant op 20 juni 2015 door Hans-Lukas Zuurman

Vierenvijftig jaar lang lag hij anoniem begraven op begraafplaats Diepenbosch in Voorthuizen, als kleuter tussen de volwassenen. Voor de 4-jarige Hette Lemstra uit Voorthuizen was er op 22 juni 1959 geen kindergraf. Hij was doodgemarteld door zijn stiefvader. Om alle pijnlijke herinneringen aan zijn inktzwarte verleden stil te houden werd zijn naam grafnummer ’25’, in vak B-II. Pas in juni 2013 doorbreekt halfbroer Pierre Leeuwis de stilte. Hij zoekt contact met de Voorthuizense uitvaartondernemer Immanuel Livestro. Het is het begin van eerherstel van een kind dat niet mocht bestaan. Zwijgen als het graf is niet langer de enige optie.

De vogels kwetteren en de zon schijnt uitbundig deze maandagmiddag. Bij de ingang van de aula van de begraafplaats aan de Rubensstraat in Voorthuizen wacht Pierre, een vriendelijke man met een twinkeling in zijn ogen. Naast hem ligt zijn herdershond te dutten in de zon. ,,Wat een verhaal, hè?”, steekt hij na een handdruk al snel van wal, in de wetenschap dat de verslaggever zich inmiddels in het dossier heeft ingelezen. Pierre woont inmiddels weer in Voorthuizen. ,,Eén ding”, waarschuwt de Voorthuizenaar. ,,Ik wil straks niet in het dorp nagewezen worden als ‘de man van dat jongetje’. En Hette is ons kereltje, laten we geen bedevaartsoord maken van zijn graf.” Dat is echter één kant van het verhaal, blijkt even later. ,,De waarheid over Hette móet verteld worden, we verstoppen het niet. Dat is super belangrijk.” Hij neemt plaats op een stoel, pal naast de aula. Even later schuift ook Immanuel Livestro aan.

DONKERGETINT Pierre werd op 31 januari 1957 geboren, zijn biologische vader is Hans Dekkers, vertelt hij. Pierre is de zevende van een gezin van negen kinderen waarin ook Hette opgroeide. Het was een samengestelde familie, waarin moeder Johanna van der Leeden de moeder van alle kinderen is, maar er verschillende vaders in het spel waren, vertelt hij. De eerste vijf kinderen komen uit het huwelijk van Johanna en architect Hielke Lemstra. Het huwelijk strandde en Johanna leerde haar tweede man, Hans Dekkers kennen. In de periode tussen de huwelijken, toen ze verwikkeld was in een langdurige scheidingsprocedure, raakte ze in verwachting van Hette, die op 18 oktober 1954 ter wereld kwam. ,,Hette bleek echter niet van mijn vader te zijn, maar ook niet van de eerste man van mijn moeder”, vertelt Pierre. ,,Hette was donkergetint. Wie de echte vader is geweest, is onbekend. Mijn moeder zei later dat ze was aangerand in de trein, maar of dat waar is, betwijfel ik.” Hette werd nog wel officieel aangegeven bij de burgerlijke stand door Johanna’s eerste echtgenoot en kreeg daarom de achternaam ‘Lemstra’. De precaire situatie rond Hette legt de kiem voor de structurele afwijzing van Hette door zijn stiefvader Hans Dekkers die dan al in beeld is. Hette is een ongewenst kind en mag letterlijk niet bestaan. Hij wordt verstopt voor de buitenwereld, vertelt Pierre.

WASMACHINE Uit krantenberichten eind jaren vijftig blijkt dat de stiefvader Hette destijds geregeld sloeg met een stok of vastbond aan een ketting aan een boom op het erf van zijn machinefabriek aan de Blotekamperweg. Hette kreeg brood met zout, peper of mosterd te eten en mocht niet aan tafel bij de rest van het gezin zitten. Urenlang moest hij soms verplicht om een zandbak hollen tot hij erbij neerviel. En als hij in zijn bed had geplast, werd hij in een wasmachine met koud water gezet. ,,Dit afschuwelijke drama heeft grote ontsteltenis en verontwaardiging teweeggebracht in de dorpsgemeenschap van Voorthuizen”, schrijft de Barneveldse Krant erover in 1959. Doel van de geestelijke en lichamelijke martelingen – zo blijkt later tijdens de rechtszaak – is om Hette zodanig te verzwakken dat hij een natuurlijke dood zou sterven. Op 17 juni 1959, toen zijn stiefvader hem opnieuw nat in zijn bed had gevonden, werd Hette zo hard geslagen dat hij enkele uren later overleed. Dekkers werd opgepakt en na psychiatrisch onderzoek verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. Dat gold ook voor de moeder van Hette, die als medeplichtige werd veroordeeld. Dekkers kreeg twee jaar en zes maanden celstraf, drie jaar tbs en werd nog eens drie jaar onder toezicht geplaatst. Die laatste twee maatregelen golden ook voor Johanna. Zij kreeg daarnaast zes maanden celstraf. Het gezin klapt uit elkaar, de kinderen komen terecht in verschillende pleeggezinnen en kindertehuizen verspreid over het land en sommigen zullen elkaar een halve eeuw niet meer zien.

VERSCHRIKKELIJK Wat er met Hette gebeurd is, heeft Pierre niet bewust meegemaakt. ,,Daar was ik te klein voor. Toen Hette stierf, was ik twee jaar.” Wel kent hij de in de krant beschreven verhalen rechtstreeks van zijn broers. Zij moesten vaak machteloos toezien hoe hun (stief)vader Hette toetakelde. De tranen schieten in zijn ogen. ,,De pijn die mijn broers hebben gekend moet verschrikkelijk zijn. Zij hebben dit zó bewust meegemaakt. Waar ze konden, probeerden ze Hette te beschermen door de aandacht op zichzelf te vestigen en verkeerde dingen te doen, maar wat begin je als je zelf zeven, acht jaar oud bent?” Volgens Pierre moeten mensen in het dorp geweten hebben wat er zich afspeelde. ,,Maar iedereen hield zijn mond, want mijn opa was met zijn fruitkwekerij een belangrijke werkgever in het dorp, in een tijd dat er nauwelijks werk was. De eerste die zijn mond over Hette open zou doen, kon vertrekken, zei mijn opa destijds.”

KNIPSELS Na de veroordeling van zijn biologische ouders kwam Pierre als jongetje van drie met zijn broer John terecht in het gezin van de Barneveldse familie Leeuwis. Daarvoor had hij nog korte tijd in een kindertehuis in Garderen gezeten. Het echtpaar Leeuwis adopteerde de twee broers. Jarenlang wist Pierre niet wat nu de werkelijke reden was voor het feit dat hij niet meer bij zijn biologische ouders kon wonen. ,,Mijn ouders hadden knipsels uit de Barneveldse Krant bewaard, ontdekte ik. Ze lagen op een plek waar ik niet mocht kijken, bij papieren en de trouwhoed van mijn vader. Ik was toen twaalf. Ik had maar kort de tijd om te lezen en begreep het niet helemaal. Maar ik sprak er niet over. Pas op m’n zestiende besprak ik het met mijn adoptieouders en begreep ik het verhaal. Ik besloot toen ook de achternaam van hen over te nemen. Mijn pleegouders waren supergoede ouders, ze hebben honderd procent hun best voor mij gedaan”, glimlacht hij. Wat er met Hette gebeurd was, deed hem op dat moment niet veel. ,,Ik maakte mij op dat moment meer druk om de vraag of mijn kleren schoon waren en of ik genoeg geld had.”

ANDERE LEVENSFASE Pas jaren later gaat de zaak-Hette Pierre meer bezighouden. ,,Je wordt ouder en komt in een andere levensfase. Mijn broertje moet op de begraafplaats in Voorthuizen begraven liggen”, dacht ik. ,,En het kan niet zo zijn dat ik niet weet waar hij ligt.” Via de uitgever van deze krant stuitte hij enkele jaren in het archief op dezelfde krantenberichten die hij bij zijn adoptieouders ooit had gelezen. ,,Maar Hettes graf kon ik destijds nergens vinden.” En zo ontstond begin 2013 het contact met Immanuel. Twee mannen, Pierre en zijn vriend Marnix, staken toen hun hoofd om de hoek van het kantoor van de uitvaartondernemer. ,,Jij kan ons verder helpen, zei Pierre tegen mij”, vertelt Immanuel, die het zich nog als de dag van gisteren herinnert. ,,Vervolgens legden ze de krantenberichtjes bij mij neer. Ik was eerst nog wat afwachtend, want ik dacht dat ze een of ander smeuiig verhaal wilden hebben, totdat Pierre zei: ‘Ik zoek het graf van mijn broertje Hette’. Daarna raakten we aan de praat over wat er gebeurd was met hem. We liepen naar de begraafplaats waar de kinderen liggen, maar konden het graf van Hette niet vinden. De volgende dag heb ik via de gemeente een grafnummer gekregen dat op naam van Hette stond. Hij lag in een graf voor onbepaalde tijd tussen de volwassenen op een oud gedeelte van de begraafplaats. De vader van de dader had het graf indertijd betaald. Nadat ook hij gestorven was, is het graf uiteindelijk eigendom geworden van een halfneef van Hette, die in Voorthuizen woont. Die wist niet dat hij eigenaar was en keek verbaasd op toen hij vernam dat het een moordzaak uit een ver verleden betrof. ‘Wat moet ik met een moordgraf?’, zei hij. Hij had er geen interesse in. Vervolgens kwam bij Pierre de vraag op of hij een grafsteen kon plaatsen op het graf van Hette. Dat zou nogal uit de toon vallen, legde ik uit.” Immanuel haalt even diep adem en is zichtbaar geroerd. ,,Daarnaast vond ik dat het mannetje daar eigenlijk ook niet thuishoorde en eerherstel verdiende. Het verhaal had mij intussen persoonlijk nogal aangegrepen. Pierre had onvoldoende financiële middelen op dat moment. Daarom kwamen we op het idee dat ik een nieuw kindergraf zou kopen. Hette kon dan worden opgegraven en een herbegrafenis krijgen.” 

OPGRAVING Op de dag van de opgraving, korte tijd nadat de eerste ontmoeting heeft plaatsgevonden, wilde Pierre erbij zijn. Immanuel raadde het hem af. ,,Ik heb zelf de botjes van Hette schoongemaakt en ze in volgorde in het kistje gelegd. Dat trof mij heel diep. Ik ben er ziek van geweest.” De uitvaartondernemer had voor de herbegrafenis een wit kistje met bekleding voor een kind van vier jaar uitgezocht. ,,Wit staat voor onschuld, zo redeneerden we.” 

Aanvankelijk zouden Pierre en Immanuel Hette in stilte opnieuw begraven en ervoor zorgen dat er een steen op het graf kwam met Hettes naam. ,,Pas toen vertelde Pierre dat hij uit een gezin met negen kinderen komt. Waarop ik zei dat we dan ook zijn familie moesten inlichten, want dit was te ingrijpend om zelf af te handelen.” Pierres broers bereiken viel niet mee. Want Pierre had al jaren geen contact met ze omdat ze destijds elders terecht waren gekomen. ,,Pierre kwam met het idee om de notaris te bellen die de afwikkeling van de erfenis van zijn in 2006 overleden biologische moeder had gedaan. Dit om zo de adressen van de erfgenamen, alle broers dus, te kunnen achterhalen. De intussen opgestelde rouwkaart voor de herbegrafenis op 21 juni 2013 werd via hem verstuurd. Daarna kwamen de reacties los. De één zei: laat het boek dicht, de ander reageerde heel heftig en vertelde dat hij altijd met het krantenartikel over Hette in zijn portemonnee liep. Hij was muzikant en had juist een half jaar geleden een lied over zijn halfbroer geschreven. Bij een ander kreeg ik de echtgenote van een broer aan de lijn. ‘Mijn man worstelt al zijn hele leven met een vraag. Hoe kan het dat zijn ouders hem hebben afgestaan?’, zei ze. Ik liep op dat moment buiten en dacht: ik kan wel onder een stoeptegel wegkruipen: moet ik nu vertellen dat zijn ouders in de gevangenis zaten omdat zijn vader Hette om het leven had gebracht? Ik drong aan op een persoonlijk gesprek. Maar haar man kon het in eerste instantie niet aan. Later was hij er wel bij en kwam hij op de hoogte van wat er nu werkelijk gebeurd was.” 

HERBEGRAFENIS Even later staan de heren op en wandelen over de begraafplaats naar het nieuwe graf van Hette. De hond volgt kwispelstaartend. De gedachten gaan terug naar de herbegrafenis en de plechtigheid die plaatshad. Het lukte niet alle broers om aanwezig te zijn bij de herbegrafenis, vertelt Immanuel. ,,Het was een bijzondere ontmoeting: sommigen hadden elkaar in vijftig jaar niet gezien. Eén van de broers kreeg een flashback toen hij het witte kistje zag staan. ‘Hoe kan het dat jij wist dat Hette in een wit kistje lag?’, stamelde hij, toen een verdrongen herinnering bovenkwam van het kistje op de veranda destijds. Ook waren ze ervan overtuigd dat nu het ware verhaal verteld moest worden tijdens de afscheidsplechtigheid. Het was de meest bijzondere uitvaart die ook ooit heb meegemaakt.” Immanuel droeg tijdens de bijeenkomst een door Pierre uitgezocht gedicht voor en broer Reitse speelde het zelf geschreven nummer ‘Warmth of Frozen Stones’. Ook klonk het gevoelige ‘Precious child’ van Karen Taylor-Good: ,,In my heart, you live on. Always there, never gone. Precious child, you left too soon.” Hette werd uitgedragen onder het spelen van ‘I still cry’ van zangeres Ilse de Lange. Drie broers en Immanuel lieten het kistje aan touwen zakken in het nieuwe graf op de kinderafdeling. Later, bij de plaatsing van de steen, is er weer een broer bij: vier broers zijn dan herenigd. Op de steen staat de Latijnse tekst ‘Per aspera ad astra’, dat betekent: ‘Naar de sterren door moeilijkheden’. Vrijwilligster Trees de Kock van Monuta Livestro heeft het graf van Hette geadopteerd om voor te zorgen. Zelf verloor ze haar man, kwam sindsdien geregeld op de begraafplaats en toen ze het verhaal over Hette hoorde, bood ze aan te zorgen dat het graf er altijd netjes bij ligt. ,,Zij verdient in dit verhaal absoluut een vermelding”, benadrukt Pierre. 

ZWARTE BLADZIJDE ,,Hette was een nummer. Zijn verhaal is een zwarte bladzijde voor Voorthuizen”, besluit Immanuel. ,,Hij was een ‘foutje’ dat uitgewist moest worden. Ik hoorde van de broer die op zijn kamer sliep dat Hette zichzelf altijd in slaap huilde. Als hij niet stopte met huilen, zorgde zijn vader dat hij dat deed door hem te slaan. Verschrikkelijk.” 

Het oude graf van Hette is het toekomstige graf van Immanuel geworden. ,,Er staat een standbeeld van een engel op, die kijkt in de richting van het nieuwe graf van Hette. Het verhaal is op tijd bovengekomen, zodat het verwerkt kan worden. Elk jaar ontmoet de familie elkaar rond de geboorte- en sterfdag. Rouw moet je verwerken, rouw kan niet in een doofpot.” Volgens Pierre en Immanuel is met de publicatie van dit verhaal het moment gekomen dat ook de inwoners van Voorthuizen begrijpen waarom er een kindergraf uit 1959 tussen recent overleden kinderen ligt. Pierre sluit af: ,,Ik ben dankbaar voor wat Immanuel in dat proces voor ons heeft betekend, dat heeft kennelijk zo moeten zijn. De dood van Hette heeft ons als gezin uit elkaar gehaald, maar zijn herbegrafenis heeft ons ook weer samengebracht.”

Gerelateerde berichten

Omdat ik (Immanuel) maandag 16 september voor een paar dagen naar het...

Helaas is de komende weken het uitvaartcentrum bij de begraafplaats De Plantage...

Alweer 14 jaar mag ik werkzaam zijn in de uitvaartbranche en sinds...